Het uitgraven van wegen is het proces van het verplaatsen van de grond, te beginnen met uitgraven, het verwijderen en schoonmaken van de rotsstukken, het verwijderen van alle materialen uit het bouwgebied, het opvullen van de gewenste gebieden, het verdichten en egaliseren van de vulling met geschikt gereedschap. Tijdens de aanleg van de weg moet de geologische structuur van het studiegebied worden onderzocht. Volgens deze structuur worden de nuttigste werkmachines en uitrusting voorbereid. De aanleg van wegen, waar tonnenvrachten over rijden, is van absoluut belang.
Alle teams moeten op een gecoördineerde manier samenwerken bij de wegenbouw, die in veel opzichten moet worden uitgevoerd met ervaren operators. Laadmachines vullen de ladingen in draagmachines met brede openingen. Gebruikt door een deskundige operator. Afhankelijk van de inhoud van de uitgraving wordt aarde, gesteente, puin en dergelijke opgevuld. Het nadert de uitgraving met geschikte banden of pallets, afhankelijk van de grond, en reinigt deze van het veld.
Opgravingen vinden niet altijd op zachte grond plaats. Vooral bij werkzaamheden over lange afstanden, zoals wegenbouw, kom je een grote verscheidenheid aan bodems tegen. Terwijl het werken op zachte gronden gemakkelijk is, wordt er aandacht besteed aan vullingen en verdichting. Op harde grond wordt vooruitgang geboekt met breekmachines en wordt er iets meer tijd verspild. In beide grondsoorten naderen transportvoertuigen wanneer de uitgraving gereed is en vullen deze.